in Music

11-11-11: Brennels Buiten

Het roodfluwelen doek dat het podium omringt en de strengen kale peertjes die het plafond doorkruizen, stralen de intieme sfeer uit van een omgebouwde boerderij of sportzaal waar een feest gehouden wordt in een tijd dat er nog geen aparte gelegenheden bestonden om een feest te houden. De zanger van de band in kwestie kan met wat dichtgeknepen ogen ook in die tijd geplaatst worden. Bruine khakis, een donkerblauw colbertje en punt schoenen met een klein hakje.

Anno 2011 is dat vaak het tenue van bands die in dit circuit verkeren. Maar het misstaat ook niet die wiskunde leraar die aan een MBO ergens in Hattem les geeft, en die ooit wel eens in de grote stad gewoond of gestudeerd heeft. Waardoor toch een zekere “grote-stads” flair is blijven hangen. Maar vaak is die dan verpakt in angst of het bewustzijn van falen in die grote stad. Dat geldt niet voor deze zanger. Hoewel hij afkomstig is uit dat grote dorp Utrecht; doet hij met zijn hoekige wenkbrauwen en stevige kuiten denken aan een potige versie van Mick Jagger. Een rocker dus, nonetheless.

Er wordt gespeeld. Maar de jeugdigheid waarmee rock zich vaak kenmerkt is er wel van af. De iteraties die deze band de laatste jaren heeft doorstaan zijn daar getuige van. Het geluid is slecht, maar de liedjes sterk. De zanger kent de zwepen, weet wat ie doet en weet wat ie moet doen. Gepokt en gemazeld doorlopen zanger en publiek samen de verwachte routine. Niet zonder plezier en niet zonder een bepaalde mate van ernst maar dat is beide niet genoeg om niet zielloos te zijn. Er blijft deze avond dus niet een stukje van zijn ziel achter op dit podium. Maar zeg nou zelf: wie wil zijn ziel op een vrijdag avond achterlaten in Kraggenburg? En dat is waar de schoen, al dan niet met hakje, em wringt. Die ietwat lamgeslagen en gereserveerde indruk die ik krijg. Hoe komt dat toch, waarom wordt niet alles gegeven?
Hier staat een goeie singer/songwriter omringt met een aantal nieuw verzamelde muzikanten. Waren het artistieke onenigheden of werd er een maatschappelijke carriere verkozen boven de financiele onzekerheid van deze band? Nederland is klein; en Kraggenburg nog kleiner. Is dat dan de reden? Goeie nummers, talent, enthousiasme en jaren werk brengen je dus uiteindelijk voor een publiek van 70 personen waarvan de helft alleen maar een avondje uit is en je wellicht niet eens kent. Je doet wat je moet doen. Maar voor wie en waarom? Is dit waar van gedroomd werd toen de jonge zanger, zoals ik me dat voorstel, wegdroomde bij de platen van Dylan? Scharrelen met kunst subsidies en nieuwe muzikanten uitkiezen voor je band omdat die minder kosten. Ik denk niet dat dat de droom was.

Jonge bands kunnen fantastisch zijn omdat hun honger en onzekerheid over hun bestaan de neiging heeft om muziek naar grote hoogten te stuwen. Ervaren artiesten daarentegen kunnen fantastisch zijn omdat ze zich een bepaalde vrijheid kunnen veroorloven waarmee ze op rooftocht gaan in gebieden waar het publiek normaal gesproken niet komt. Maar ze kunnen het publiek daar brengen, door die ervaringen in hun muziek te verwerken. Ik ben deze mening al een tijdje toegedeeld. Maar het moest misschien zo zijn, wanneer ik de titel van het nieuwe album van deze band hoor. Deze vat namelijk bizar genoeg beide themas samen: Hunters go Hungry.
Deze zanger is dus op zo’n tocht geweest. Maar ik kan niet loskomen van het idee dat hij niet echt die vrijheid heeft gehad die daar bij hoort. Er zijn nog meer factoren in het spel.
Aan het eind van de avond wordt zo’n factor zichtbaar wanneer het blauwe sjieke colbertje gecontrasteerd wordt met een wat feller blauw van een iets minder sjieke AH tas. Uit die tas komen dan de echte ‘parels’ te voorschijn. Aan de voorzichtigheid waarmee de colbert zijn vinyl platen uit die tas haalt is te merken dat het hier om liefdewerk gaat. In een tijd waarin muziek ontastbare en daardoor oneindig keer uitwisselbare nullen en enen zijn en waarin pop artiesten van 23 hun zesde 35 minuten durende album in 5 jaar afleveren, zijn er jongens die hun bloed, zweet en tranen in zwart goud laten gieten en die moeten hopen dat er tussen die 70 mensen een paar zijn die er maar een fractie van kunnen houden zoals zij er van houden. En dat is het failliet van de muziek industrie.

Laat een reactie achter

Reactie