We lazen een paar jaar geleden voor de boekenclub het boek Het aanbidden van Louis Claus en ik zocht daardoor wat interviews met schrijver Hoogenkamp op.
Ik kan het nu (natuurlijk) nergens terug vinden maar ik weet vrij zeker dat ik Hoogenkamp het volgende hoorde zeggen. Want ik heb het altijd onthouden.
De interviewer vroeg of de schrijver zich niet druk maakte over wat die allemaal opschreef over goeie bekenden en wat die daar allemaal wel niet van zouden vinden. Hoogenkamp gaf aan zich daar zeker wel druk om te maken.
Maar toen Hoogenkamp daar ooit met een goeie bekende over sprak (iemand die zomaar in het boek zou kunnen komen) zei die: “oh, maar ik ga je boek toch niet lezen”.
Dit was een grote bevrijding voor Hoogenkamp.
Ik snap dit. Als ik zeker zou weten dat niemand zou lezen wat ik schrijf, zou ik denk ik beter schrijven.