Ik las de afgelopen twaalf maanden 57 boeken. Als jij de TV uit zet, kan jij dat ook. Echt.
Maar daar gaat deze blog niet over.
De vraag is; wanneer je tientallen boeken leest, hoe zorg je er voor dat wat je leest ook blijft hangen? Dit is een uitdaging.
Want meestal lees je — non-fictie — om iets leren. Toch? Of zoals Noam Chomsky zegt, toen hem over een stapel boeken op zijn bureau werd gevraagd:
“This is the urgent pile. There are many more stacks elsewhere. But one of the painful experiences which I try to avoid as much as possible is to calculate how much time it would take, if I read constantly, to go through them. And reading a book doesn’t just mean turning the pages. It means thinking about it, identifying parts that you want to go back to, asking how to place it in a broader context, pursuing the ideas. There’s no point in reading a book if you let it pass before your eyes and then forget about it ten minutes later. Reading a book is an intellectual exercise, which stimulates thought, questions, imagination.“
Noam Chomsky – Power Systems (pagina 103)
Het bovenste las ik in een boek, en ik heb een systeem voor mezelf zodat ik er relatief snel naar terug kan grijpen (de quote hierboven vond ik die manier terug).
Je hebt dus wanneer je een boek leest een systeem nodig, “om er over na te denken, onderdelen te identificeren om naar terug te grijpen, na te denken over hoe het in een bredere context past en om ideeën na te jagen”.
Met andere woorden: het lezen van een boek heeft alleen zin als je ook iets gaat doen met wat je gelezen hebt. Lezen vereist actie, het is geen passieve bezigheid!
En een systeem helpt daarbij, en ik wou dat mijn systeem beter was om dit nog beter te borgen.
Maar ook over zo’n systeem gaat deze blogpost niet.
De blogpost gaat over nog een andere manier om naar lezen te kijken. Een manier zonder systeem. Eigenlijk een filosofie die een intrinsieke waarde ophangt aan puur de activiteit van lezen. En dat is de volgende.
De fysieke activiteit van lezen is als het compileren van je brein.
Wanneer je in een programmeertaal iets compileert dan heb je de oorspronkelijke regels programmeercode niet meer nodig. Door het compileren krijg je een bestand dat je kan uitvoeren, en om dat bestand gaat het uiteindelijk.
Door te lezen compileer je de zinnen op papier in je brein, op zo’n manier dat je tijdens lezen je brein herstructureerd met nieuwe ideeën, nieuwe manieren van denken, nieuwe patronen. Je activeert delen van je hersen die anders niet zou gauw zou gebruiken (een belangrijk argument om sci-fi te lezen overigens).
De zinnen zijn de broncode, het lezen is het compileren, en het uitvoerbare bestand is je nieuwe manier van denken.
Dus misschien weet je na het lezen niet meer precies alle zinnen, maar het boek heeft wel bijgedragen aan jouw nieuwe manier van denken. En je hebt de broncode dus wellicht niet meer, maar het uitvoerbare programma zit onder je hersenpan.
Webmentions
[…] wat heb ik nou gelezen, wat heb ik nou gezien, wat doet het mij, wat heb ik eraan?Ik schreef al eerder over Noam Chomsky die zegt dat een boek lezen alleen zin heeft wanneer je ook de tijd neemt om er […]