Onze oudste dochter was deze week op kamp. Het groep 8 kamp. Het laatste kamp van de basisschool. En daar hoort natuurlijk een bonte avond bij. Een belangrijke rite de passage. Ik moest daardoor denken aan mijn eigen groep 8 kamp.
Ik weet nog dat ik samen met mijn beste vriend van de basisschool een quiz in elkaar had gezet, voor zowel klasgenoten als ouders. En het was een groot succes.
Op de basisschool had ik, zoals zoveel kinderen, contacten met verschillende kinderen. Maar ik had één echte goede vriend, mijn beste vriend. Van groep 3 tot en met groep 8. Hij was bij ons of ik bij hun. We gingen naar het bos, speelden met Lego of met de Commodore die zij hadden. Mijn vriendinnetje was het vriendinnetje van zijn vriendinnetje. En natuurlijk maakten we samen die quiz. Waar hij was, was ik, kun je wel stellen.
Hij woonde ook vlakbij. De straat uit en de hoek om. Ik heb het net opgezocht: het was 200 meter.
Ik heb hem na groep 8 nog één keer gesproken.
Hij ging naar een andere school. En zo waren we in één klap we waren uit elkaars leven. Terwijl we nog steeds vlak bij elkaar woonden. Ik kreeg andere vrienden. Hij (denk ik?) ook.
Ik sprak F. dus nog één keer, ruim vijf jaar later. We woonden nog steeds op hetzelfde adres en ik was in de tuin bezig en hij liep van de bushalte naar zijn huis, in zijn legerkloffie.
Hee, hallo.
Hij was net begonnen bij defensie. Klaar met de HAVO en zoekende en ik zat in het laatste jaar van het VWO. We hebben een tijdje staan praten. Het was leuk.
Ik weet dat hij ondertussen getrouwd is en heel af en toe zie ik hem ergens lopen. Die jongen met wie ik mijn basisschooltijd heb gedeeld.