Het narcisme van kleine verschillen is de stelling dat gemeenschappen met aangrenzende territoria en nauwe relaties vooral kans lopen op vetes en wederzijdse spot vanwege overgevoeligheid voor details van differentiatie.
Klinkt dit bekend?
Voor mij wel. Toen ik deze stelling voor het eerst hoorde, was het alsof ik een extra handvat kreeg om mijn dorp beter te begrijpen. Want of het nou gaat om kerken op Urk, politieke partijen op Urk, scholen op Urk: deze stelling is van toepassing op heel veel zaken op Urk. Er is veel onenigheid, terwijl het allemaal eigenlijk vreselijk veel op elkaar lijkt. Zeker van een afstandje. De verschillen zitten in de details.
Freud bedacht de stelling als verklaring voor veel conflicten, waarbij hij er van uit ging dat mensen een natuurlijke neiging (!) tot agressie hebben, die op deze manier (relatief) onschadelijk bevredigd kon worden.
Het verklaart waarom sommige voetbalsupporters zich gedragen zoals zij zich gedragen.
Maar ook in onze consumentencultuur vind je een toepassing van deze stelling: in het dragen van dat ene merk of precies dat ene kledingstuk. De kleine verschillen zijn bepalend om een oppervlakkig gevoel van eigen uniekheid (narcisme) te bereiken.
Maar het zijn niet alleen relatief onschuldige zaken waar je deze stelling op kan projecteren. Wanneer voetbalfans voor de wedstrijd met elkaar afspreken om op elkaar in te beuken, dat is iets dat Freud zou zien als een bevrediging van die natuurlijke neiging tot agressie. Maar ook zaken als etnische zuiveringen zijn terug te herleiden tot deze stelling. Dat is namelijk waar het toe zou kunnen leiden.
De stelling stelt dus dat mensen van nature geneigd zijn om op verschillen te focussen, verschillen die eigenlijk vaak echt maar heel klein zijn. En dat terwijl het veel makkelijker zou moeten zijn om te focussen op de overeenkomsten: want daar zijn er vaak veel meer van.