Tommy Wieringa was gisteravond in dorp A voor een lezing. En ik was erbij, samen met mijn neefje — en naamgenoot — die ik trof in de lobby van het theater, voor de meest willekeurige en verrassende ontmoeting van dit jaar. We wisten niet van elkaar dat we hier bij zouden zijn.
Wieringa is zonder meer één van de grootste schrijvers van Nederland van dit moment. Een moment dat al ruim achttien jaar lang aanhoudt — sinds zijn doorbraak met de roman Joe Speedboot. Het boek dat inmiddels generaties aan het overstijgen is, aangezien mijn neefje nog niet eens was geboren toen deze uitkwam, maar deze nu wel voor zijn lijst heeft gelezen.
Een groot schrijver dus. Toch was theater ’t Voorhuys nog niet half gevuld. Dat heeft iets droevig en is tekenend voor de plek die literatuur inneemt in Nederland. Groot schrijverstalent vult geen zalen (meer). Netflix wint op maandagavond.
Het publiek bestond grotendeels uit deelnemers van het dictee dat vlak voor de lezing had plaatsgevonden. Voor hun was de lezing deels een intermezzo terwijl ze op de uitslag aan het wachten waren.
Tommy W. liet zich niet kisten en bracht zijn A-game. Hij las voor, beantwoorde vragen, mijmerde hardop, vertelde anecdotes én gaf glimpen van wat lezen bijzonder maakt en wat het schrijverschap zo mooi maakt. Hij deed dit allemaal met een verrassend zachte, warme stem, die veel minder polemisch en fel aandeed dan ik zomaar altijd vermoedde. En hij had om redenen die onduidelijk bleven zijn rechterarm in een mitella.
Het was geweldig.
Anecdotes
Hier een dump van ideeën, verhalen, citaten die zomaar allemaal losse posts hadden kunnen zijn. Via mijn trommelvliezen ontrokken aan de luchttrillingen in het theater in Emmeloord en hier gevangen in digitale nullen en enen voordat ze weer verdampen.
- Dertien april 2013 stond Wieringa bij de viskraam en werd gebeld of hij het boekenweekgeschenk wilde schrijven. Een dankbaar moment in zijn leven. Vier maanden later bestond ‘Een Mooie Jonge Vrouw’. Iets waar hij zichzelf ook nog steeds over kan verbazen. ‘Het gebeurde tussen de haringen.’
- De literaire wereld is soms een spel. Bijvoorbeeld Monopoly. Soms kom je op de Kalverstraat en mag je het boekenweekgeschenk schrijven. En soms ben je, zonder dat je het weet, onderworpen aan koehandel. En is het resultaat dat je ergens in een hotel achteraf wordt gestationeerd, ver weg van de andere schrijvers, die tijdens dat belangrijke literaire festival van het ene feest met handgeschreven uitnodiging naar de andere gaan. En waarom jouw naam al was uitgegumd nog voor het festival begon, dat hoor je pas jaren later. Er waren redenen. Maar niemand die je dat toen vertelde. Want zo doen beschaafde mensen dat.
- Schrijversgeluk is wanneer je concentratie op een onderwerp zo hevig is dat je allerlei verbanden gaat zien. Het is als lopen op snaren waarbij je een melodie maakt.
- ‘Volledig overweldigd zijn door één onderwerp voelt als vloeibaar geluk.’
- ‘Ik wou dat ik een uitgever had die me zei dat ik elk jaar een boek moest uitbrengen, niet een uitgever die denkt dat ik een artiest ben die ruimte nodig heeft. Ik heb geen ruimte nodig ik heb een deadline nodig.’ – Tommy W.
- De werkelijkheid is altijd diverser dan je zelf kunt bedenken. Het is een veelkantig ijskristal.
- E.L. Doctorow had ongelijk toen hij zei dat wanneer je wil weten hoe gangsters iemand in beton gieten, dat je dat dan achter je bureau gaat bedenken. Nee, je gaat met een gangster praten. Gebruik je sneldrogend beton (moet haast wel), van welk merk, en met hoeveel mensen til je het hele ding dan over de brug?
- Je krijgt altijd meer dan waar je voor kwam. Dus: er op af mensen!
- Hoe bouw je een vliegtuig? Zet een stoel neer en bouw er een vliegtuig omheen. Was getekend: Joost Conijn.
- Milan Kundera zei dat aan de geboorte van een roman twee dingen ten grondslag liggen: ruimte en avontuur. Beide lastig te vinden in Nederland.
- Nederland is een strikt a-literair land – Gerard Reve. Alles is kaarsrecht en bedacht. Deze woorden klonken in dorp A.
- Het essay is het duizend-dingen-doekje van de literatuur. Alles is een essay.
Ik zei toch dat het geweldig was.
Als dank mocht Wieringa de prijzen aan de dicteewinnaars uitreiken en kreeg hij een mand streekproducten mee. Waar onder andere een doosje Roka kaaskoekjes tussen zat. Dé Roka kaaskoekjes. “Zijn dat kaaskoekjes?” vroeg de schrijver. Dit detail is iets dat mij heel veel plezier geeft.
Roka kaaskoekjes wie is er niet groot mee geworden. Een begrip in Nederland