in Dagelijks

21 jaar lang horen en ruiken

Door de jaren heen gebruikte ik verschillende ingangen. De zijkant, de kantine, de voorkant. Verschillende deuren. Deuren die open gingen met witte pasjes of grijze druppels.

Het wisselde. Ingangen veranderden. Er kwamen vloeren en afdelingen bij, er af, er bij, er af.

Verandering als enige constante.

Want niet veranderde is de bliep bij de deur met het groene lampje, en wanneer ik de klink naar beneden duw; het geluid van de deur. Van de dan weer paarse, dan weer blauwe, dan weer grijze deur die open gaat, en die achter mijn rug in het slot valt.

Een mini-symfonie van rinkel-klink, duw-kraak, klink-los, en als grand-finale het zware vertrouwde terugvallen van de deur in het slot en kozijn. Een geluid dat ik al duizenden keren heb gehoord.

Ik ben binnen.

Ik ruik het.

Die geur. De geur.

De geur waardoor ik weet ik waar ik ben.

Het is een mix van vertrouwdheid, van uitdaging, van zin, van mogelijkheden. Niet te scherp, maar wel aanwezig. Bereikbaar.

Verbouwingen, nieuwe wanden, nieuw tapijt, nieuw schilderwerk. Maar die geur, die bleef. Als meest constante factor.

Een unieke, specifieke geur, die elke dag weer lijkt te zeggen: welkom.

Ik vraag me vaak af hoe dat kan. Die constante geur. Elke dag weer.

Die geur moet haast wel in de grond zitten of in de muren of in het gebouw.

Of, misschien zit die geur wel in mij. Al 21 jaar.

Laat een reactie achter

Reactie

  • Gerelateerde content per tag