Ik leerde recent over de het beroemde I, Pencil essay (waar nog geen NL wiki over is).
Het inmiddels klassieke essay wil een antwoord geven op de vraag: hoeveel mensen zijn er nodig om een potlood te maken?
Ik schreef al eens over hoeveel mensen er nodig waren voor de maanlanding.
En dit potlood essay tapt uit hetzelfde vaatje. Maar gaat nog een paar stappen verder.
Voordat je verder leest, hoeveel mensen zijn er volgens jou nodig voor een potlood?
Het antwoord is: meer dan je zou denken. Veel meer.
Want uiteindelijk is iemand die weg aanlegt waar de vrachtwagen over heen rijdt die het hout vervoert om potloden van te maken, ook nodig! En zo hangt alles aan elkaar.
Het I, Pencil essay illustreert de complexiteit van de wereldwijde economie door middel van een eenvoudig potlood. En het beschrijft hoe talloze mensen met verschillende specialiteiten samenwerken om een potlood te produceren, zonder dat één persoon het volledige proces begrijpt.
En dat geldt niet alleen voor de wereldwijde economie, maar wat dacht je van bedrijven? Hoeveel processen zijn er nou eigenlijk binnen middelgrote tot grote bedrijven waar één iemand een belangrijk proces echt helemaal begrijpt? Mijn gevoel — en ervaring — zeggen: verrekt weinig.
Maar het essay gaat verder: het benadrukt namelijk ook het idee van spontane ordening in de markt, waarbij individuen vrijwillig samenwerken zonder centrale planning. En onderstreept de onderlinge verbondenheid van de wereldwijde economie en het belang van vrijwillige samenwerking voor welvaart.
En dan denk ik natuurlijk direct aan open source software. Waar iedereen op de schouders van giganten staat.