Bas Heijne — duider van vele dingen — legt in de Ongelofelijke Podcast uit waar Arnon Grunberg allergisch voor is. Ik raad aan om de podcast zelf te luisteren, maar om de vaart er in te houden, ga ik het je hier alvast vertellen. Volgens Bas Heijne zal Arnon Grunberg er altijd alles aan doen om sentimentaliteit te vermijden.
Sentimentaliteit is schijnbaar het ergste wat er is.
En het valt me op dat meer mensen dit lijken vinden. Want ik kom dit woord vaker tegen: in columns, nieuwsbrieven en tweets. En altijd met minachting.
En dit zijn slechts wat anekdotische observaties, maar het is ook niet heel gek.
Want sentimentaliteit in literatuur is gevaarlijk. Oversimplificatie, emotionele manipulatie, of gebrek aan diepgang; het ligt allemaal heel dicht bij sentimentaliteit. Om maar te zwijgen van dat het natuurlijk clichématig en voorspelbaar is.
Maar toch.
Door sentimentaliteit volledig uit te sluiten denk ik dat we wat kwijt raken. Dus ik pleit voor een plek voor sentimentaliteit. Een plek die tegenwoordig soms lastig lijkt te zien, omdat wij leven in een tijd waar de pendule van postmodernistisch denken is doorgeschoten naar één kant.
Wie beter dan David Foster Wallace om dit uit te leggen:
Dit clipje komt uit 1997, David Foster Wallace verklaarde post-modernisme toen al eindig, zo niet klaar. En, gaf zo een opening voor sentimentaliteit.
Want wat staat er tegenover de ironie van postmodernisme? Zou het sentimentaliteit kunnen zijn. Ik denk het wel.
Ook daar zegt Wallace wat over, zie deze quote uit Infinite Jest:
“What passes for hip cynical transcendence of sentiment is really some kind of fear of being really human, since to be really human […] is probably to be unavoidably sentimental and naïve and goo-prone and generally pathetic.”
David Foster Wallace
David Foster Wallace had dus een wat meer genuanceerde kijk op sentimentaliteit. Hij verwierp het niet helemaal zoals Heijne suggereert dat Grunberg doet, maar hij vond dat het een plek kon hebben. Voor Wallace was sentimentaliteit niet per definitie slecht, alleen wanneer het cynisch of zonder oprechtheid wordt gebruikt, omdat er juist dan het risico is dat het manipulatief of goedkoop wordt. En dat is precies wat we tegenwoordig vaak zien en waarom ik denk dat schrijvers als Grunberg het zo stellig proberen te vermijden.
Wallace bekritiseerde vaker — zoals hierboven in het clipje — juist het overmatig gebruik van ironie in postmoderne literatuur. Hij stelde dat het een verdedigingsmechanisme was geworden tegen echte emotie. Ironie als verstikking van echte emotie. En ik denk dat hij alleen maar méér gelijk heeft gekregen als het gaat om dit overmatig gebruik van ironie: scroll maar eens een paar minuten door een willekeurige social media tijdlijn of zoek eens een “scherpe grappige” columnist op.
In het essay E Unibus Pluram betoogt Wallace dat ironie uitstekend is voor kritiek. Prima, maar het is onvoldoende om echt zinvolle verbindingen te creëren. En een column is één ding, maar Wallace suggereert dat juist literatuur bij uitstek verder moet gaan dan ironische afstandelijkheid en dat moet het gaan over oprechte en emotioneel betrokken verhalen (zie ook het artikel over wat All Fours van Miranda July doet).
Wallace pleitte vooral voor oprechtheid en oog voor menselijke emoties — die zijn er, je kan ze niet wegstoppen — en zelfs als dat betekent dat het misschien wel als sentimenteel zou worden gezien.
De grootste kritiek is denk dat sentimentaliteit te makkelijk of te plat zou zijn. En daar gaat het inderdaad tegenwoordig vaak mis. In interviews en in zijn eigen werk benadrukte Wallace echter juist ook het belang van complexiteit. Hij bewonderde werk dat erin slaagt om sentimenteel te zijn én tegelijkertijd intellectueel rigoureus en emotioneel waarheidsgetrouw blijft. Het is niet voor niks dat hij schrijvers als Dostojevski vaak als voorbeeld noemde.
En in zijn eigen eigen romans — zoals Infinite Jest — worstelde Wallace veel met thema’s als eenzaamheid, verslaving en liefde – onderwerpen die natuurlijk rijp zijn voor sentimentaliteit. Toch benaderde hij deze thema’s met precies die mix van intellectuele diepgang en emotionele kwetsbaarheid, waarbij hij goedkope emotionele manipulatie weet te vermijden. En bewijst hij dat het zeker wel kan.
Wallace zag oprechte, bedachtzame, niet-cynische betrokkenheid — noem het sentimentaliteit — als een middel om dit te bereiken. Daar kunnen we allemaal nog wat van leren.
Ik denk dat Wallace geloofde dat de rol van literatuur is om mensen te verbinden door ze zich minder alleen te laten voelen. En dit mag je sentimenteel van me vinden.