Na 9 jaar afwezigheid, voelde FOSDEM 2025 bijna als thuiskomen. Er was veel herkenning. De imposante gebouwen van ULB zijn nog zo steeds zo schaverottig charmant als de eerste (en de laatste) keer dat ik er was; de drukte was onverminderd groot; en er waren weer veel te veel talks om bij te kunnen wonen.
Heerlijk.
Wat opviel:
- Er zijn nu veel meer en betere eetgelegenheden. Hoewel er nog steeds lange rijen staan, is het gelukkig niet meer beperkt tot slechts twee foodtrucks. In plaats daarvan is er een volledig plein met foodtrucks, en bovendien waren alle restaurants van de universiteit open. Dat maakt een groot verschil.
- De Wi-Fi is overal perfect.
- Er is geen O’Reilly boekenverkoop kraampje meer 🙁
- Er waren erg weinig mondmaskers, wat me licht verbaasde.
- Het aantal vrouwen leek hoger dan ooit. Misschien wel 5%?
- Het is opvallend hoeveel bekenden je toch kan tegenkomen tussen 10.000 mensen.
- Stickers, heel, erg, veel stickers.
Dat laatste was natuurlijk voor de jongste — die mee was — de fun van FOSDEM. Stickers zoeken. En dat is goed gelukt. Daarnaast zijn er heel veel stands met 3D geprinte poppetjes, buttons, snoep of koekjes. Dus ook iemand van 8 kan een topdag hebben op FOSDEM. Helemaal als je 1,5 uur Luanti uitleg krijgt.
En FOSS mensen zijn natuurlijk de aardigste mensen.
Ik heb zelf een paar talks gezien die ik wou zien, een paar die ik achteraf eigenlijk niet had hoeven zien en een heleboel talks gemist die ik had willen zien. Gelukkig komt alles online.





Vroeger was alles beter
Als ik terugdenk aan mijn eerste keer FOSDEM in 2004, is het volgende denk ik het grootste verschil. In mijn herinnering hing er toen een sfeer van: we gaan dit winnen. Ik proefde daar heel deze sterk jeugdige bravoure. En die was niet ongegrond. Want: het grote allesomvattende Microsoft wankelde, het OS van de toekomst was duidelijk het web. En dat web, dat draaide op open source software. Google stond nog in de kinderschoenen, Facebook bestond nog niet eens en Apple was nog niet de bedreiging die het nu is.
Ruim 20 jaar later kunnen we beslist concluderen dat alles en iedereen gebruik maakt van open source.
Alles in onze wereld draait op open source. Het apparaat waar jij dit nu mee leest, de server waar dit op draait: alles open source. De auto waar je straks in stapt: draait grotendeels op open source software en meer.
So far, so good?
Het wrange echter, en wat steeds duidelijker lijkt te worden, is dat de enorme waardecreatie van open source vooral door slechts enkele partijen wordt gevangen. Er is niets mis met waardecreatie, het is de motor van kapitalisme, het probleem is dat deze enorme waardecreatie bij slechts een handjevol partijen terechtkomt.
Er zijn soms uitzonderingen, af en toe schieten de nerds ook raak. Maar dat is nooit het doel van open source. Het doel en gewenste wereldbeeld dat partijen als de FSF nastreven, die wereld lijkt steeds verder weg. En dat komt toch vooral door de — steeds sterker wordende — ijzeren grip van een paar enkele partijen. Partijen die juist niet het algemeen belang voorop hebben, maar wiens enige doel is om zo veel mogelijk waardecreatie vangen voor zichzelf.
Iets wat haaks staat op de open source gedachte. Zo zal een Google, Facebook of Microsoft — wanneer je ze de kans geeft — totaal niet terugdeinzen om bijvoorbeeld kritische aanpassingen te maken in DNS, HTTP of SMTP. De bouwblokken van het internet, zonder blikken of blozen, als ze er een paar advertenties meer van zouden kunnen verkopen.
Veel talks en panels op FOSDEM gaan dan ook over hoe om te gaan met die partijen, en natuurlijk met het nieuwe monster: AI. En het saillante in dit alles is dat Google hoofdsponsor is van FOSDEM.
Je kan er heel lang en breed over praten en je kan allerlei initiatieven ontplooien: wat zeker volop gebeurt, en ik juich alle initiatieven toe. Maar toch proefde ik hier en daar ook vormen van defaitisme. Het terugtrekken in passie-, onderzoek- of hobby-matige projecten. Met daaronder dus de acceptatie dat de wereld is zoals die is; met dichtgetimmerde Macbooks en iPhones waar je dan vervolgens je eigen projecten op kan doen.
Of: misschien ben ik zelf ouder geworden en begrijp ik nu beter hoe de wereld in elkaar zit.
Veel om op te kauwen.
Hoe dan ook, als het aan mij ligt was dit beslist niet mijn laatste keer FOSDEM.