- Je wordt wakker en bedenkt: ik ga trainen voor een marathon. Toevallig precies dezelfde gedachte als alle andere dertigers die je kent.[1]
- Je bedenkt tijdens de coronaperiode om een hond te nemen. Echt helemaal zelf bedacht. Dat je vrienden allemaal ook een hond hebben en dat je de hele dag puppy videos ziet op Instagram staat er natuurlijk los van.
Bovenste twee dingen kunnen waar zijn. Of, misschien hebben we hier te maken met mimetisch verlangen. Mimetisch verlangen is een begrip van de Franse filosoof René Girard die stelde dat we vooral verlangen wat anderen verlangen. [2]
Je bent misschien overtuigd dat je verlangens en keuzes onafhankelijk en autonoom ontstaan of gemaakt zijn, terwijl ze feitelijk bepaald worden door alle prikkels en signalen die je de hele dag door ontvangt.
Mensen hebben een behoefte om andere mensen te kopiëren (te mimieken): en we zijn in die zin dus programmeerbaar in onze verlangens. Als we zien wat anderen hebben of doen dan willen we dat ook.
Dit is hoe reclame werkt.
Mimetisch verlangen is vooral ook goed in het aanjagen van rivaliteit. Zeker wanneer er schaarste is.
Het is waarom er 20 vrouwen in programma’s als The Bachelor strijden om die ene vrijgezel. Omdat ze allemaal denken dat de andere vrouwen hem willen.
Je zou misschien verwachten dat rivaliteit en competitie — als gevolg van mimetisch verlangen — ook positief kunnen werken. Bijvoorbeeld dat diensten en producten beter worden omdat er veel competitie is. Echter Luke Burgis stelt in zijn boek Wanting dat in de tech wereld die rivaliteit juist kan leiden tot beperkte creativiteit omdat iedereen elkaar wil nadoen in plaats van eigen originele ideeën ontwikkelen [3]. (Weer een app die IETS met foto’s doet).
Mimetisch verlangen is een interessant begrip om te herkennen en kan duiding geven: aan macro ontwikkelingen (Silicon Valley) maar ook m.b.t. persoonlijke keuzes.
Zoals wanneer je plotseling een hond wil, stel jezelf dan de vraag: wil ik dat écht of denk ik dat ik dat wil?