Wie mij kent of mijn blog of mijn Twitter een beetje volgt weet dat ik iets met Bob Dylan heb. De bekende singer-songwriter die je haat of adoreert maar die hoe dan ook de dubieuze titelhouder is van het belabberdste concert waar ik ooit deelgenoot van was (ik was hem nagereisd naar een optreden in het casino van Elizabeth in Indiana, USA; maar dat is een hele andere blog).
Natuurlijk kende ik Dylan al langer maar mijn interesse begon pas echt midden naughties met The Bootleg Series. Op CD, toen iedereen (incl. mezelf) al aan de mp3s zat, ik weet van sommige nummers nog precies waar ik was toen ik ze hoorde. Het kickstartte een fascinatie die niet meer over zal gaan denk ik.
Mijn fascinatie voor Bob Dylan komt echter altijd in hevige vlagen. En in zo’n fase leer ik altijd nieuwe dingen. De carrière van Dylan is zo waanzinnig breed en divers dat ik ook afgelopen jaar nog weer nummers heb gehoord die ik niet kende.
En ook deze week is weer zo’n week waarin de vlaag hevig is. Zo luisterde ik een podcast over zijn autobiografie Chronicles. Een all time favorite boek, die ik al meerdere keren heb gelezen, juist omdat het zo’n onconventionele muziekbiografie is (maar ook dat is een andere blog).
Als je geen tijd hebt het boek te lezen dan is deze podcast is een dikke aanrader.
Maar daarnaast ben ik begonnen in dat andere boek. En dat is een bijzonder werk. Een chronologische verzameling van 34 interviews — in evenzoveel hoofdstukken — beginnend in 1962. Ik zit nog maar bij hoofdstuk 7 en heb nu al heel veel dingen te zeggen.
Vooral dat het een mirakel is dat (kettingrokende) Bob Dylan nog onder ons is en nog steeds dingen maakt! Zo heeft hij heel recent nog een ander boek uitgebracht (die ik pas mag aanschaffen van mezelf als ik deze uit heb).
De kat met negen levens
Het mirakel is dat deze man in de eerste paar interviews een leven schetst waarin hij als begin twintiger al meer heeft geleefd en meer muziek heeft gemaakt dan de meeste mensen in hun hele leven doen. Zo gaat één interview over een opnamesessie waar Dylan in één avond 10 (!) nummers opneemt. (Ik vermoed gezien de datum dat het voor het Bringing It All Back Home album is).
En in periodes van luttele maanden schudt hij meerdere legendarische nummers uit de mouw. Luister de eerdere genoemde bootleg maar eens. (Eind deze maand komt overigens deel 17 (!!) van de bootleg series uit).
Wanneer Dylan in de interviews spreekt over vroeger dan bedoelt hij meestal het voorgaande jaar. Er wordt heel hard geleefd. En in een periode van ongeveer 4 jaar, lijken meerdere levens verstopt te zitten. Maar die interviews zijn ondertussen al weer 60 jaar geleden en de man is nooit gestopt met maken van nieuwe dingen!
Het is vooral het taalgebruik uit de oudere interviews die benadrukken hoeveel generaties het eigenlijk al geleden is dat Dylan zijn eerste albums uitbracht (hij spreekt veel over cats en being hip). Ook doet Dylan uitspraken over Nuremberg (waar ik van opkeek) en de Nazi vervolgingsprocessen die toen nog liepen (de oorlog was toen net zo lang geleden als 2005 is voor ons — niet lang!). Maar ook betitelt een interviewer de neus van Dylan als één van “The Chosen People”. Dat kan nu niet meer gezegd worden.
Ik vraag me daarom bij sommige interviews wel af of een uurtje met een verslaggever voor een willekeurig artikel een goed genoeg argument is dat zo’n willekeurige momentopname 60 jaar later nog steeds op papier bestaat. Ze zeggen wel eens dat wanneer iets op het internet bestaat het niet meer verdwijnt, maar dit is ook wat hoor. Poe.
Typisch
En hoewel Dylan de eeuwige kameleon is die zich nooit wil laten pinpointen, druipt ‘de Dylan’ van elke pagina. Elke zin, bijna elk woord is zo … typisch Dylan. Of ik nu de twintiger lees of de Dylan zoals die hedendaags praat, het is dezelfde persoon maar toch steeds anders.
Een terugkerend patroon bij Dylan is dat iedereen er altijd MEER achter lijkt te zoeken, iedereen wil duiding, terwijl Dylan altijd als hardste roept dat er niet meer is, waardoor mensen nog meer gaan denken dat er toch écht meer achter zit. Dat is nu al 60 jaar zo.
Ik zou over elk hoofdstuk een blog van 1000 woorden kunnen maken, maar dat zal ik jullie niet aandoen.
Wat wil ik wel met deze blog zeggen dan?
Dat er waarschijnlijk een dag gaat komen dat ik een berichtje krijg of op social media moet lezen dat Bob Dylan is overleden. Zoals ik ooit ook moest lezen dat Leonard Cohen was overleden. Of waarschijnlijk een keer zal lezen over de beide Pauls (Simon en McCartney).
Het is waar dat Hollywood en populaire muziek in onze naoorlogse wereld elk jaar steeds meer bekende mensen heeft weet te produceren, waardoor er een paar decennia later elke dag wel een bekend iemand overlijdt. De meeste van deze mensen zullen bij hun overleden misschien eigenlijk al vergeten zijn. En is er altijd baas boven baas. (Of om in de woorden van Gorki te spreken: alleen Elvis blijft bestaan.)
Maar als Dylan overlijdt dan sluiten we echt wat af, en ik weet nu al dat ik dan waarschijnlijk niet weet wat ik moet zeggen. Wat moet je zeggen over een volstrekt unieke persoonlijkheid, talent en geluid, die tegelijkertijd een amalgamatie is van alles wat voor hem kwam als wel iemand die compleet vernieuwend is en was. Een kunstenaar die steeds nieuwe verbanden weet te leggen en nooit echt goed te duiden is. Iemand met heel veel verschillende facetten en lagen — of zoals hij zelf zong in 2020: I contain multitudes (naar de bekende frase van dichter Walt Whitman, natuurlijk). En wiens invloed diep nadreund tot vandaag de dag. En wiens invloed zal blijven dreunen.
Maar iedereen zal een keer overlijden, ook Bob Dylan. De cat met negens levens.
Webmentions
[…] Joan en Bob zijn nu beide tachtigers, de tijd waar ze over zingt is geweest, net als de periode waarin ze dit nummer schreef, en net als dat ze er beide een keer niet meer zullen zijn. […]
[…] publiceerde ik een artikel over Bob Dylan. In blogstijl. Wat zoveel betekent als dat het iets is dat ik zelf had willen lezen. Want bloggen […]