in Dagelijks, Travels

Athene dag 1

Het werd dus Athene, de oudste stad van Europa. Een van de oudste steden ter wereld. Ik was er nog nooit geweest. Duizenden jaren geschiedenis op één plek, de bakermat van de westerse filosofie, de stad met de Areopagus waar Paulus preekte, dat belooft wat.

Vanuit het vliegtuig zie ik lichte bebouwing steeds feller samenklonteren tot één grote sprawl, en ook dan duurt het nog even voordat we landen. Wanneer we het vliegtuig uitstappen op de kleinschalige luchthaven hoor ik als eerste Rudolph the Rednosed-Reindeer. Oudheid of niet, het moderne Westen heeft ook hier voet aan wal gezet.

De eerste indrukken vanuit de taxi zijn die van een armieterige stad. Athene heeft dat waar alle grote steden aan lijden, alleen net een beetje meer. Vuil, chaotisch verkeer, schaverottige gebouwen met ingestorte daken, onaf is het juiste woord. Ik ben nog niet overtuigd.

Het gaat hier natuurlijk maar om één ding: de Akropolis. De hele stad is om deze 150 meter hoge heuvel heen gebouwd. Een heuvel met verschillende tempels, paleizen en monumenten gebouwd over een periode van honderden jaren, de meeste ver voor Christus (~500 BC). Er is redelijk veel bewaard gebleven en daarvoor komen mensen naar Athene.

Vanuit de taxi zien we de Akropolis nog niet.

Niemand de nu leeft heeft de gebouwen op die berg ooit af gezien of in de staat waarin ze bedoeld waren. Sowieso is er nog nooit een mens geweest die het in zijn totaal heeft kunnen aanschouwen. Ook nu staat het in de steigers om het te herstellen naar een eerder moment waarin het gebouw ook al onaf was. Er is dus door iemand gezegd; we restaureren dit gebouw maar niet helemaal, nee tot de staat waarin het toen en toen was. Toen die ene pilaar ook al half stuk was. Wie bedenkt dit?

Misschien is het beter voor Athene als ze alles platgooien, zodat ze los kunnen komen van al dat oude. Want al die oude half-afgemaakte spullen zijn geen excuus om het nu niet knap te maken. En ik verdenk de Grieken daar inmiddels wel van wanneer ik vanuit de taxi naar buiten kijk. Tot zover de Karl Pilkington-take op Athene.

Misschien komen deze gedachten omdat de taxirit langer duurt dan ik wil en dat de taxichauffeur naast taxi-rijden nog een druk zakelijk leven te hebben, ten minste afgaande op de vele luide belletjes die hij doet.

We staan inmiddels al een tijdje stil. Hoewel we nog maar 900 meter van het hotel zijn verwijderd. Een toestand. Op de stoep zie ik een man in een stoeltje, hij steekt zijn hoofd naar de zon. Hij heeft geen last van de toeterende bende om hem heen. Dat kan dus wel hier.

Het hotel is uiterst prima. Er schijnt een dakterras te zijn, we gaan even kijken. Ik zie eerst zwembad en steek daarna het hoekje om, en daar was ie dan.

Midden in de schaverotigge bende, tussen de kapotte daken, boven op de heuvel, het oudste door mensenhanden gebouwde bouwwerk dat ik ooit met eigen ogen zag. Het Parthenon, het pronkstuk van de Akropolis, een gebouw dat ik al vele malen heb gezien. Maar nu in het echt. In al zijn onaffe staat.

En plotseling begreep ik deze stad wat beter.

Spectaculair. Ok en die Akropolis mag er ook wel zijn.

We trekken de stad in, richting de Akropolis, ik kan niet anders dan concluderen dat Griekenland het zwaar moet hebben. Met meer leegstand dan ik had verwacht en veel te veel rommelwinkeltjes op wat toch wel premium-locaties zouden moeten kunnen zijn. Hoeveel horloges of aanstekers heeft een mens nodig? En we lopen door een vleesmarkt waar het de sport lijkt om zoveel mogelijk hygiënecodes te schenden. Later leer ik dat deze vlooienmarkt en vleesmarkt toeristische publiektrekkers zijn. Ik denk er het mijne van.

Je gaat in Athene een willekeurige bocht om en staat weer voor een millennia oud bouwwerk. Zonder uitleg of duiding. Je kan er natuurlijk even om googlen. Maar het gebouw staat er gewoon. Het hoort hier. Al duizenden jaren. Het heeft geen excuus, uitleg of google search nodig om hier te mogen zijn. Vervolgens ga je weer een hoekje om, en vind je nog meer rommelwinkeltjes. Met net zo weinig uitleg.

In één zo’n winkeltje hoor ik Charlotte Sometimes. Een rondje door de winkelstraten van Athene maakt overigens duidelijk dat Giannis de grootste sportheld van Griekenland is. Nummer 34 hangt overal. En hij heeft z’n eigen winkel.

We eten in een rooftop restaurant, classier kan het hier denk ik bijna niet, en een beter uitzicht kan al helemaal niet. Met fooi ongeveer totaal 50 euro. En wanneer ik mijn vegan burger met Cherry Cider naar binnen werk met op de achtergrond de club-remix van Tom Odell en vlak voor ons de Akropolis moet ik denken aan de quote van Norm Macdonald over surrealisme:

When people say ‘surreal’ they mean ‘real,’ it’s just most of your life is not very real, just repetition and routine.

Norm Macdonald, 2015

Athene is echt. Oud en nieuw lopen dwars door elkaar. En zo hoort het ook. Het is echt en wij zijn er. Vandaag gaan we een fietstocht doen.

Laat een reactie achter

Reactie

Webmentions

  • Athene dag 2 en 3 – Jan van den Berg 14 december 2024

    […] de blog van zaterdag nog wat kritische noten hebben, ik ben ondertussen wel helemaal […]