Gisteravond was er de avond voor de lezer in de bibliotheek op Urk. Met een panelgesprek van leeskring deelnemers, een interview met schrijver Ronald Nijboer, een leesoefening met Merel Beuk, live muziek van Fokke Hoekstra én een bijdrage van stadsdichter Bas Visscher. Toen SCAB voorzitter Aaltine me een paar weken belde met de vraag of ik een inleidende column wou schrijven hoefde ik niet lang na te denken.
Immers: zeg JA, toch?
Hoewel ik 150 columns en 900 blogs heb geschreven, heb ik nog nooit voor een publiek voorgelezen uit eigen werk. En je moet natuurlijk af en toe nieuwe dingen doen.
Ik had ook direct een idee. Namelijk om het skelet van een eerder blog te gebruiken. Aan dat skelet heb ik wat meer vlees aangebracht en dat werd de column.
Ik ontdekte bij het (her)schrijven dat er een verschil is tussen een tekst schrijven die voorgelezen wordt en een tekst die alleen gelezen wordt. Zo vind ik de uiteindelijke tekst door de te lange zinnen minder goed leesbaar geworden, en er zit veel spreektaal in. Maar daardoor is het juist wel weer geschikt om voor te lezen.
Lees of kijk mee, met dank aan mijn vrouw die het gefilmd heeft.
Ode aan de boekenclub
Net zoals waarschijnlijk de meeste mensen hier, zit ook ik op een boekenclub. Wat dit betekent is dat we na het lezen van een boek met een vast clubje mensen — het sleutelwoord is hier mensen — bij elkaar komen om het boek in kwestie te bespreken. Dit soort boekenclubavonden, zijn vaak gezellige avonden waar er terloops ook misschien meer niet boekgerelateerde nieuwtjes langskomen dan je lief zijn. Het gaat dus niet alleen over boeken. Maar ik denk dat jullie dat wel herkennen.
En er is natuurlijk een appgroepje waarin de nieuwe boeken worden aangekondigd en waarin iedereen wordt aangespoord om vooral door te zetten met lezen. Wat is een boekenclub zonder app?
Onze boekenclub heeft eigenlijk maar één regel. Je moet het boek echt hebben gelezen, anders mag je niet meedoen. Dit klinkt misschien logisch, maar toch is het voor sommigen — ik noem geen namen — altijd weer de vraag, gaan ze het redden!? En er komen op de dag zelfs soms nog foto’s voorbij van pagina 50, terwijl het boek toch echt 300 pagina’s is. Maar het lukt ze altijd!
Boeken zijn eigenlijk iets magisch en de activiteit van lezen heb ik weleens als volgt beschreven horen worden: lezen is niets anders dan urenlang naar gemarkeerde stukken fijngemalen hout staren terwijl je intens hallucineert.
Denk daar maar eens over na.
Of een andere: Een lezer leeft duizend levens voordat hij sterft. De persoon die nooit leest, leeft slechts één.
Er zijn dus mindere manieren om je tijd door te brengen.
Iedereen hier weet dat boeken je leven kunnen beïnvloeden door je manier van denken en kijken naar de wereld om je heen te veranderen. De boeken die dat doen, dat zijn de beste boeken.
Soms echter zitten er boeken tussen die gewoon minder klikken. Zo moet ik denken aan het dikste boek dat we tot nu toe lazen met onze club. Het was 640 pagina’s met een en al ellende. In de letterlijke en figuurlijke zin van het woord. En ik was zo dom geweest om het boek ook nog eens mee te nemen op vakantie, maar dat was dit beslist niet het type boek voor. Ik weet nog dat ik het op een schitterend strand van me af smeet. Ik had genoeg van al die ellende. Ik zou het thuis wel verder lezen.
Of zo moet ik denken aan een ander boek met lange zinnen vol gedetailleerde beschrijvingen over het Franse plattelandsleven in de negentiende eeuw door de ogen van een meisje. Het wollige taalgebruik en de personages klikten simpelweg niet genoeg, op dat moment in mijn leven voor mij. Maar de persoon die het boek had gekozen vond dit één van haar favoriete boeken ooit. En op de avond zelf werd mij duidelijk waarom. Ik leerde op die avond het boek beter begrijpen, maar ook de persoon die het aangedragen had.
En dat gold ook voor dat ene ellendige boek. Toen ik me er eenmaal doorheen had geworsteld — en dus mocht komen op de avond — waren er een aantal boekenclubleden wie vertelden dat dit één van de allermooiste boeken was die ze ooit hadden gelezen. Ze legden het uit, ik begreep ze en leerde het boek met andere ogen zien en ik leerde zo hun beter kennen. Uiteindelijk vind ik het zelf nog steeds een ellendig boek. Maar dat terzijde.
Het punt is dit: wanneer ik alleen voor mezelf zou lezen, dan zou ik dit soort boeken al na een paar hoofdstukken hebben weggelegd en er nooit meer naar hebben gekeken.
Maar door de boekenclub, word ik gedwongen om ook zulke boeken te lezen — want meepraten mag immer alleen wanneer je het gelezen hebt — én ik word daardoor dus ook gedwongen om me er in te verdiepen.
Waarom maakt dit boek bij andere mensen wel wat los? Wat heb ik gemist? Wat vaak juist heel veel is, wanneer een boek niet op je golflengte zit. Waarom klikte het voor een ander wel? Wat zegt dat over anderen? En vooral, wat zegt dat dan over mij?
Ja, je kan veel op zo’n avond leren over een boek, zelfs over boeken die niet klikken.
Maar boekenclubs gaan feitelijk dus niet over boeken, maar over de mensen in de boekenclub. En, over jezelf. Een boekenclub is een spiegel.
Ja, urenlang naar gemarkeerde stukken fijngemalen hout staren terwijl je intens hallucineert, is iets magisch, maar boekenclubs, boekenclubs zijn magistraal.
Misdaad en straf?
Nee die moet ik misschien nog een keer lezen!
Het ging om deze 😉
https://janvandenberg.blog/waarom-de-meeste-mensen-een-klein-leven-van-hanya-yanagihara-een-goed-boek-vinden/