in Books

De strijd om straatnamen – Jan Hoff

De strijd om straatnamen is één van de meest wonderlijke boeken die ik recent heb gelezen. Daarom moet ik er wel over bloggen.

Voor een nieuwprijs van slechts 10 euro bij bol.com verwachtte ik er niet veel van. Maar op het eerste oog is het een goed vormgegeven boek, ligt lekker in hand, heeft een schitterende full color cover, een prettig leesbaar lettertype, prima bladspiegel en is rijk geïllustreerd. Dit belooft wat!

th (384×550)
De strijd om de straatnamen. Wat moeten we doen met de helden van toen?

Problemen

Echter op de cover begonnen de problemen al: want wie of wat is schrijver Jan Hoff? Dit is niet direct duidelijk. En na lezen van het boek moet ik er maar van uitgaan dat dit een pseudoniem is van één of meerdere schrijvers. Meerdere, omdat er consequent in de ‘wij’ vorm geschreven wordt. Een anonieme ‘wij’ dus, dit maakt wat mij betreft alles wat gezegd wordt in het boek minder sterk of in ieder geval een tikkeltje suspect.

Maar er zijn meer problemen.

  • Een boek met honderden namen en geen index? Echt een groot gemis!
  • Een boek met even zo veel referenties en geen bronnenlijst (af en toe een voetnoot)? Dat doet heel amateuristisch aan.
  • Een boek met 125 illustraties, zonder enige accreditatie? Dit lijkt me niet helemaal correct of überhaupt mogelijk.

Maar dat neem ik dan allemaal maar voor lief. Het meest wonderlijke is dat het boek vol staat met spelfouten: vooral met betrekking tot namen. Het is om gek van te worden. Ik schrijf geregeld uitgevers of schrijvers een berichtje over (spel)foutjes in hun boeken (dit komt vaker voor dan je denkt). Maar dat is hier ondoenlijk.
Ten eerste omdat niet duidelijk is wie de schrijver is of hoe ik die kan bereiken, ten tweede omdat het boek in eigen beheer is uitgegeven en ik niet kan refereren naar een druk (het is denk ik print-on-demand) maar bovenal: omdat het bomvol staat met fouten. Toegegeven: vaak kleinigheidjes, maar uitermate storend. Ik denk dan steeds: LEES HET EEN KEER OVER. Je kan niet Hemingway met één m spellen en een paar regels later Hemmingway en weer een paar regels later Hemingway. Dat soort dingen komen echt veel te vaak voor in dit boek.

Het is Sardar, het VK bestaat uit 4 landen en het is nou Brittany of Britannia?!

Voor in eigen beheer uitgegeven boek is dit natuurlijk sowieso één van de grootste uitdagingen: het ontbreken van redactie. Want dit boek had beter geweest wanneer er iemand had gezegd: we schrappen de helft en de andere helft herschrijven we. Dus iemand die kritisch had gekeken om een meer consistent geheel te krijgen. Het boek gaat nu te veel alle kanten op wat afleidt van wat het beoogt te willen behandelen.

Want uiteindelijk zijn het slechts enkele pagina’s tegen het eind van het boek die écht over hét dilemma gaan en hier beschouwelijk naar proberen te kijken. De rest van het boek is allemaal aanloop. Een deel is nodig maar veel is een te lange uitweiding waar de halve wereldgeschiedenis in vogelvlucht wordt beschreven. Interessant, zeker, maar het leidt enorm af en biedt eigenlijk geen verdieping.

Alleen maar slecht?

Toch heb ik me wel vermaakt met dit boek! Zoals altijd probeer ik in elk boek iets te zien. Ik ben gek op feitjes, weetjes en anecdotes. En daar schittert dit boek. Ik geef direct toe dat ik veel dingen heb opgestoken van dit boek. Zo heb ik een onverwachte link weten te leggen met een regel uit een Leonard Cohen song. Niet dat het boek over Cohen gaat maar omdat dit boek uitlegde wat Lili Marlene was en daar had ik herkenning aan. Daarnaast weet ik nu dat Flushing in Queens een verbastering is van Vlissingen. En er werd opgefrist wat Charles Lindbergh allemaal ook al weer had gedaan naast piloot zijn. En duizend meer van dit soort geinige weetjes. U mag nu inderdaad de wenkbrauwen fronsen over hoe dit soort uiteenlopende feitjes in één boek terechtgekomen zijn. Dat zegt feitelijk al genoeg. Het is alsof je een avondje aan het wikipedia-en bent en maar blijft doorklikken op alle linkjes. En daar kan ik oprecht wel van genieten. Maar dat maakt iets nog geen goed boek.

Het boek beoogt iets bij te dragen aan een actuele landelijke discussie. Maar dat doet het echt veel te beperkt. Het helpt ook niet bepaald dat de schrijver direct op de eerste pagina Tegenstanders en Voorstanders definieert en daar het hele boek mee schermt, terwijl met dezelfde vlotheid in de conclusie meerdere keren wordt gesproken over dat de wereld niet zwart/wit is (100% eens). Maar lees je eigen inleiding nog eens over denk ik dan.

Fraai vormgegeven

De discussie

Deze blog is te kort om die discussie nu te behandelen. Maar zoals vaak: op sommige punten ben ik het eens met het boek op andere niet. Maar er zijn twee zaken in het bijzonder wat de schrijver(s) zich niet lijkt te realiseren en die echt een hiaat zijn in de argumentatie:

  1. Het zijn niet alleen ‘nazaten van trans-Atlantische slaven’ (de term die de hele tijd gebruikt wordt) die een bepaalde mening hebben over het slavernij verleden. Het zijn ook ‘blanken’ die deze mening aangedaan zijn. Kan de schrijver zich echt niet voorstellen dat ook ‘blanken’ dit vinden? *(‘Blanken’ is de term die steevast gebruikt wordt i.t.t. ‘wit. In de beargumentatie hierover wordt gesteld dat de term ‘zwart’ net zo racistisch als de term ‘wit’ is. Maar het boek opteert er vervolgens voor om deze term wél te gebruiken!? Aparte gedachtekronkel. Maar dat geheel terzijde!)
  2. De schrijver lijkt niet te realiseren dat de discussie niet gaat over erkenning of slavernij slecht is. Daar zijn we het allemaal over eens. Meer het gaat er over dat het koloniale verleden diepe wonden heeft geslagen die doorwerken tot vandaag de dag en de vraag is wat we daar nu aan kunnen doen. Volgens mij is dat de kern van de discussie. Neem de VS waar de zwarte bevolking op allerlei vlakken — gezondheid, gevangenschap, opleiding, inkomen — echt een minderheid is met direct traceerbare oorzaken naar de slavernij en Jim Crow wetten. Er is daar sprake van een hedendaagse ongelijkheid die zijn ontstaan heeft in de slavernij. En de discussie gaat over het rechten van dat onrecht. En dat begint bijvoorbeeld met het erkennen van problematische symbolen als een confederate flag of standbeelden van Robert E. Lee. Het boek lijkt die link maar niet te willen of kunnen leggen.

Conclusie

Ik zeg dus niet dat ik niets geleerd heb van dit boek: er staan genoeg weetjes in. Ook kan ik zeker meegaan in de stelling die het boek neemt ten aanzien van bijvoorbeeld historische figuren als de Ruyter en Coen. Die uiteenzetting kan ik helemaal volgen. Net als de gedachte dat er meer aandacht zou moeten zijn voor mensen als Anton de Kom. Daar is het boek duidelijk over en daar ontmoeten we elkaar zeker. En ik denk ook dat het voorstel (slechts één paragraafje in een 300 pagina tellend boek) over hoe we verder zouden kunnen komen in deze discussie — het Salzburger model — absoluut eens! Maar werk dat dan verder uit, schrap de helft, redigeer de andere helft, breng een index aan en lees het dan allemaal nog een keer over. Dan wordt het in ieder geval een beter boek, waar je vervolgens nog over kan discussiëren of je het met elkaar eens bent of niet.

Ik wil hier wat over zeggen!

Reactie