Het einde van een schooljaar betekent dat alles wat een jaar lang in de klas gemaakt en geknutseld is, mee naar huis komt in een grote tas. Of, in ons geval: drie grote tassen.
En ik kan me heus wel voorstellen dat er ouders zijn die de inhoud van zo’n tas — misschien zelfs zonder het te bekijken — direct wegkieperen. Maar ik kan dat niet.
Op mijn werk heb ik geen enkele moeite om dingen weg te gooien. Daar stoppen mensen van schrik alles in een bureaulaatje als ze me al aan zien komen. Want als het rondslingert zonder doel, gooi ik het weg. Ik hou van opgeruimde werkplekken. En er is immers niets dat we niet nog een keer kunnen aanschaffen wanneer het toch nodig blijkt. Maar thuis is dat anders. Werkjes van de kinderen kan ik niet ergens kopen. Maar, ik kan ook niet alles bewaren. Toch?
Ik ben dan dus een avond zoet om de drie tassen te sorteren, te scheiden en werkjes te nummeren (ja). Wat kan blijven, wat kan weg. Orde in de chaos scheppen. Het voelt goed om zo’n ontplofte tas waar van alles in zit — van werkjes tot rekenboeken, tot taalschriftjes tot kleurplaten en werkstukken — in nette stapeltjes te sorteren. Eén stapel voor bewaren en één stapel met wat weg kan.
Want niet alles heeft dezelfde waarde.
Wat vooral waarde heeft en waar de selectie op is gebaseerd, is dat waar iets van het kind zelf in zit. Maar dat is een lastige maatstaf. Een uitgebreide tekening? No-brainer. Een zelfgeschreven verhaal in hanenpoten, zeker weten dat we die houden! Maar dat ene rekenschriftje waar je, wanneer je de pagina’s volgt, je kind ziet leren. Wel of niet bewaren? Ik vind dat lastig.
Want wanneer ik iets weggooi, voelt het alsof ik een deel van mijn kind weggooi. Dat wat ze maakten in groep 3, 6 of 7 zullen ze nooit meer kunnen maken. Al zouden ze het willen. Het zijn mini momentopnamen van wie ze toen waren. Een tastbaar bewijs dat ze ooit echt 6, 10 en 11 waren.
Maar eigenlijk is dat met alles zo. Ook met dit stukje tekst dat ik nu type. Het is net zo goed een momentopname. Met specifieke details die alleen nu gelden. Een moment gevangen in woorden.
Het verschil met volwassen is echter dat er bij kinderen jaar op jaar enorme verschillen tussen wat ze maken en wie ze zijn. En ik denk dat ik dat vooral wil bewaren, de kunstwerkjes die ze zelf op dit moment zijn. Dus dat.
En dan?
Dan gaat het in een doos op zolder. Misschien komt het er nooit weer uit. Of misschien kijk ik er zelf nog eens in. Misschien bekijken ze het over een paar jaar zelf, en vinden ze het leuk. Of misschien kan ik het ze meegeven als ze ooit op eigen benen gaan staan en kieperen ze het daarna weg.
(Deze tekst verscheen afgelopen week ook als column in Het Urkerland. Normaliter zet ik mijn columns niet op mijn website, maar voor deze keer maak ik een uitzondering omdat ik deze tekst in de eerste instantie had geschreven voor mijn website en me pas later realiseerde dat dit ook wel een (vakantie)column kon zijn.)