Ik was eind oktober in Stornoway. Een dorp op het eiland Lewis and Harris hoog in Schotland. Heel hoog in Schotland. Je bent er niet zomaar.
Trump zijn moeder werd er geboren. In ellendige armoede.
En natuurlijk wou ik daar kijken. Maar daarom waren wij er eigenlijk niet.
Nee, Stornoway is het tweede Urk. Ten minste, Wikipedia beweert dat. Wie dat in Wikipedia heeft gezet weet ik niet.
Hoe durven ze! Maar ik ben er blij mee.
Want precies dat ene zinnetje — samen met een hang naar avontuur cq. een verleggien — was voldoende aanleiding voor ons om dit zelf te gaan onderzoeken. Ons is een aantal columnisten van het Urkerland.
We waren een dag of zes op pad en spraken daar voor mijn gevoel met bijna het hele eiland. Er is veel te vertellen. Er staan stenen uit de vroege bronstijd van krap 5000 jaar oud. Er is tweed. Er zijn veel verschillende kerken. En er zijn heel veel, hele aardige mensen. We voelden ons er direct thuis.
Het resultaat van dit veldonderzoek is te lezen in de speciale kerstkrant van het Urkerland: alleen voor abonnees en op meerdere plekken op Urk te koop.
Ik schreef een deel van de verhalen en nam de meeste foto’s voor mijn rekening. En ik ben blij met het resultaat! Het is een kleurrijk geheel, met losstaande korte thematische verhaaltjes — geen droge lange stukken — en het is een vrij compleet beeld van de belangrijkste kenmerken van Stornoway in relatie tot Urk.
Vertellen we daarmee het hele verhaal van Stornoway? Nee, maar die acht paginas zijn in ieder geval voldoende om de hoofdvraag te beantwoorden — en doel van de reis — is er een tweede Urk?
Daarvoor moet ik naar columnist Willem wijzen. Die deze ultieme vraag beantwoordt.
Een deel van de verhalen hebben de krant niet gehaald: de oorspronkelijke geplande zes pagina’s, moesten al opgerekt worden naar een kostbare acht pagina’s.
Een Belg had alleen voor Urk al 328 paginas nodig. Het verhaal van Stornoway past dus niet in slechts acht paginas. Want er is natuurlijk meer te vertellen over Stornoway.
En daarnaast, wat ik zelf vooral meeneem van dit avontuur en wat ontbreekt in de kerstkrant — want dat was niet de opdracht — zijn de persoonlijke belevenissen. Hoe één van de columnisten dat ene schitterende tweed-jasje kocht voor 500 euro. Of die avond dat we plotseling bij een erg belangrijke boekprestatie terecht kwamen en de lokale whiskey goed smaakte. Zo goed dat we zelfs Gaelic verstonden. Of dat we op zondagmiddag over het eiland reden en in the middle-of-nowhere precies naast een auto met een zeer frappant nummerbord parkeerden.