2008 een nieuw jaar, een nieuwe editie van piks.nl. Het blog is geupdate naar de nieuwste WordPress versie en de allereerste piks van 2008 staan reeds online! De oplettende volgers van de Google Reader items (hier rechts) hebben in de maand december talloze nieuwe bands kunnen ontdekken aangezien diverse blogs hun ‘best-of’ lijstjes presenteerden. Die vervolgens weer keurig op piks.nl verschenen. Uren download plezier; tientallen nieuwe bands en 100’en nieuwe nummers om te ontdekken.
Trouwe lezers zullen ook vaak terugkerende interesses van mij, in 2007, op piks.nl zijn tegengekomen. Een van die interesses het afgelopen jaar waren de ontwikkelingen rond de Bob Dylan film ‘I’m not there’. Deze film hoort officieel pas in maart in Nederland uit te komen maar deze heb ik nu zo’n 3 weken in mijn bezit (aah het internet!). Zoals u begrijpt voel ik mij geroepen hier ‘iets’ over te zeggen. Ik heb bewust een tijdje genomen om de film te verteren om zo een objectieve en compacte conclusie met u te delen. Compact zeg ik omdat ik het gevoel heb dat ik er wel jaren over kan praten.
Ik ben er niet
Ja, dat klopt, Dylan is er inderdaad niet. Dit is gelijk ook een van de belangrijkste conclusies die je aan de film kan verbinden. “I’m not there” is een abstracte film waar gekozen is om een aantal kenmerkende periodes uit het leven van Bob Dylan te nemen en deze te laten interpreteren door 6 verschillende acteurs in een schijnbaar vrijwel volledig onsamenhangend verhaal. Onsamenhangend alleen al omdat al deze acteurs andere namen hebben (Bob is not there). In de muzikale omlijsting laat de echte Zimmerman wel af en toe zijn geluid horen. Er moet gezegd worden dat er van deze zes acteurs, drie een ijzersterke rol neerzetten. Welke 3 dit zijn mag u zelf bepalen na het zien van de film. Cate Blanchett is er alvast één van; maar dat was ook te verwachten na het zien van de trailer.
Voor iemand die bekend is met (of denkt dat ie bekend is met) het karakter en het levenverhaal van Bob Dylan voelt de film aan als een wazige droom vol herkenbare en samenhangende omstandigheden maar waar je niet precies de vinger op de pols van kan leggen. Je kent het ergens van of je hebt het idee dat je het al eerder gezien hebt. Bijvoorbeeld de op het netvlies gebrande beelden uit het sublieme ‘No Direction Home’ komen af en toe om het hoekje kijken en dat is best een bizarre ervaring. In die zin is het zeker een Dylan waardige film: zwevend, onnavolgbaar en poetisch. Ik heb overigens geen flauw idee wat iemand die niet bekend is met Dylan er van zou vinden; misschien ga ik dit nog eens als experiment proberen.
De manier om deze film te ‘bespreken’ heeft dus eigenlijk net zoveel mogelijke benaderingen als het aantal dimensies die aan het karakter van Dylan worden toegekend in de film. En dat zijn er dus aardig wat. Ik zal me beperken tot een aantal zaken die mijn opvielen en/of die ik interessant vond.
Opvallend vond ik dat over het algemeen in de film Dylan niet verheerlijkt wordt maar eigelijk neergezet wordt als een beetje een klootzak. Dit zegt hij zelf ook: ‘Im an asshole, because I’m the only one with balls’ (ironisch genoeg wordt dit dan wel weer gezegd door de enige vrouw in het acteurs ensemble). Zijn egocentrische houding en uitspraken maken hem niet geliefd bij zijn directe omgeving. Bijvoorbeeld het ijskoude: ‘Chicks can never be poets’. (Dit voel ik trouwens al jaren zo, maar nu weet ik ook waarom!). Verder lijkt Dylan een rondlopende citaten machine met een mening over alle grote zaken des levens (dood, leven, liefde en enthousiasme). Laat hij scherpe humor zien door Brian Jones te introduceren als die gozer van die ‘groovy coverband’ en loopt hij tegen chliches aan te drukken door te stellen dat ‘sleep’s for dreamers’. Kortom genoeg aanknopingspunten voor uren discussie materiaal over wie Bob Dylan nou echt is/was; de reporter die Dylan volgt in de film, doet hier een trouwens een interessante poging toe.
Een van de treffendste shots van de film vond ik de scene met Dylan driftig typend op zijn typemachine omringd door een cirkel van stapels tijdschriften. Hier wordt het talent van Dylan heel concreet gevisualiseerd; als een grote ‘distiller’ die de wereld om hem heen als een spons opzuigt en deze voor de massa kan verwoorden in een paar zinnen. (Dit doet me overigens vermoeden dat de hedendaagse Dylan een laptop met internetverbinding zou hebben en een blog…)
Er valt verder nog genoeg over de film te zeggen; de muziek keuze (‘Blind Willie McTell’), de interpretaties, het acteerwerk, de citaten, de benadering maar dat laat ik nu achterwege. Dylan is natuurlijk altijd redelijk ongrijpbaar geweest, al dan niet gewenst of terecht, maar desalniettemin had een recht-toe-recht aan biografie ala ‘Ray’ of ‘Walk the Line’ dan ook niet gewerkt of erg moeilijk geweest. Daarom werkt de film nú wel en het ligt in die zin dan ook op één lijn met ‘Chronicles, Vol. 1’. De autobiografie van Dylan, die je eigelijk heel veel vertelt maar toch ook eigelijk weer niets. Feit is dat u deze film gewoon zelf moet kijken en dan kunnen we het er nog wel eens over hebben.
Dit geeft mij nu ook de ruimte om nog even een aantal andere films onder de aandacht de brengen.
Niet een hele bijzondere film; echter na een kwartier had ik genoeg hints gekregen om de film te pauzeren en eens op te zoeken wie er achter zat. En jawel mijn vermoeden werd bevestigd: Douglas Coupland was inderdaad de schrijver van deze film. Zijn boek jPod is al eens hier op piks.nl besproken en ik zie de film dan ook als een goede introductie in de thematiek van Coupland: ‘iets’ met China, 20 something slackers met saaie kantoorbanen, vreemde relatie met ouders en familieleden en bizarre toevalligheden. Aardig om te zien; maar meer ook niet.
Fantastisch relaas over een sub-sub-cultuur (jawel dubbel sub!) van ‘volwassen’ 40’ers die strijden om de hoogste score in het arcadespel Donkey Kong. Psychologische oorlogsvoering en hedendaagse heroiek krijgen een nieuwe betekenis wanneer deze in het kader van ultieme knulligheid worden geplaatst die de arcade video game wereld is.
Een aparte kijk op de 10 geboden die door 10 aparte verhalen worden uitgebeeld. Gortdroge en (soms) flauwe humor die wel zeer vermakelijk kan zijn op de juiste momenten.
Voor de liefhebbers het fantastische ‘Seven Ages of Rock’ is nu ook op Ned. 3 te volgen op donderdagavond onder de titel: Rock!
Na alle ‘kerstplaten’ van de afgelopen tijd wil ik er nog even eentje uitlichten in het genre “catchy & sort of creepy”:
En om u niet met een al te raar gevoel achter te laten, om af te sluiten; hier nog een van mijn all time favorites van de Stones: