Vorige week werden in een app-groepje de volgende dingen werden gezegd:
- “Welke kleur heeft nummer 7 en waarom is het groen?”
- “Paars is ook een acceptable answer”
- “Donderdag is een jongetje en blauw en een hondje”
- “En donderdag is ook 8”
Iedereen heeft denk ik deze nummer associaties, toch? Nummers hebben kleuren, smaken of geuren. Of, in mijn geval: herinneringen.
Het nummer wat de laatste weken in mijn hoofd zit is: 45.
De associatie hier, is heel duidelijk. Nummer 45 was namelijk het nummer van de 2.24 lange Nederlander Rik Smits. Rik Smits was in de jaren 90 natuurlijk een voorbeeld voor elk Nederlands jongetje dat van basketball hield en droomde van de NBA.
Het nummer is blauw en okergeel.
Dat zijn dingen die in mijn brein zitten en als je me midden in de nacht wakker maakt en vraagt wat Rik Smits zijn nummer was, dan weet ik dat.
Maar, 45 is speciaal. Het was ook het nummer dat Michael Jordan heel eventjes droeg. Toen nummer 23 (een nummer wat rood en wit is trouwens) de eerste keer stopte met basketball — na 3 kampioenschappen was er niets meer te bewijzen — ging hij honkballen en droeg daar nummer 45. Hij kwam 1,5 jaar later terug in de NBA. Het was half in het seizoen van 1995 en hij droeg 22 wedstrijden lang nummer 45. Het was zijn highschool nummer, maar ik zag het ook altijd als een logisch opvolging: twee, drie, vier, vijf.
Maar het liep allemaal nog niet zo, en iemand merkte op: “45 is not 23”. Dit stak. Jordan begon daarna zijn oude nummer weer te dragen en in 1996, 1997 en 1998 won hij weer drie kampioenschappen.
Zou dat ook gelukt zijn met nummer 45? Of is 45 echt geen 23?