Ik zag deze tweet. Het is een folder uit 1997 met basketballschoenen.
Deze schoenen spreken tegen mij. Het was diep in de jaren 90 en de NBA was in mijn wereldje bijna allesomvattend.
Eén schoen springt er voor mij direct uit.
De Nike Air Pippen. Want die had ik.
Scottie Pippen was natuurlijk de teamgenoot van Michael Jordan bij de Chicago Bulls (mijn club) en hij kreeg in 1996 dus ook zijn eigen schoen. Net als Jordan.
De schoen was 🔥🔥🔥 en kostte 333 (!) gulden bij de lokale Intersport.
Pippen speelde met nummer 33. Dus die prijs was leuk bedacht toch?
Maar wel een onmogelijke hoeveelheid geld. Omgerekend is dit meer dan 150 euro, of volgens inflatiecalculator.nl zelfs 278 euro! Overdreven duur. Er zijn geen andere woorden voor.
Ik weet nog dat ik er heen ging om te kijken met mijn moeder. Die de schoen — terecht — natuurlijk veel te duur vond. En als ik die écht wou, dan mocht dat, maar dan moest ik die zelf betalen.
Ik wou die schoen. Ik was verliefd op die schoen.
Dus na lang wikken en wegen kocht ik aan het begin het nieuwe seizoen de Nike Air Pippen. Ik denk dat ik al het geld dat ik had, er in stopte.
En ik was blij.
Het is nog steeds een van de mooiste schoenen die ik ooit heb gehad. In plaats van een klein venstertje, liep het air venster helemaal door. Bijna over de hele onderkant. En de zwart/rode (Bulls!) kleuren combinatie met de understated Nike swoosh was echt sjiek.
Maar het was een volstrekt waardeloze basketballschoen. De slechtste basketballschoen die ik ooit heb gehad.
De schoen was lomp, en voelde als een klomp aan je voet.
Maar het ergste was; na een paar weken was de air van één schoen al stuk. Lek. Kapot venstertje. Dus ik liep min of meer scheef.
Dit waren schoenen voor de show. Niet om eindeloos sprints, suicides en rebound drills mee te doen. En zeker geen pleintjes basketball. Ik was bekocht. Ik had misschien wel twee paar Jordans voor dat geld kunnen kopen.
Op de schoenen zat geen garantie. En ze waren te duur om nu al weer nieuwe te kopen. En ik had daar ook helemaal geen geld voor. Het resultaat: ik heb dus een seizoen lang op kapotte schoenen gespeeld.
(Volgens mij werden we dat seizoen wel kampioen. Dat dan weer wel.)
Ik denk hier vaak aan. Wat dit was op dat moment de grootste aankoop die ik ooit zelf had gedaan, van mijn eigen geld. En het was de slechtste investering ooit.
Na dat seizoen kocht ik Air Jordans. Die gingen niet stuk. De Air Pippens heb ik nog jaren (zelfs tot in mijn trouwen) bewaard, want die hadden 333 gulden gekost! En pas bij een tweede verhuizing heb ik ze eindelijk weggegooid.
En ik denk dat ik door deze ervaring tot vandaag de dag sceptisch ben naar sportschoenen toe en ik zal daarom ook nooit (echt) dure sneakers kopen (ze gaan toch stuk, schoenen zijn geen investering). Al kan ik die nu makkelijker betalen als toen.
Sterker nog, ik ben sceptisch naar alles wat overdreven duur is en zeker alles wat mode gerelateerd is.
Dat ene seizoen op die kapotte Nike Air Pippens heeft mij een kritische, sceptische consument gemaakt. Want dat was ik niet. Ik betaalde er immers grif voor. Het was een dure les.
Ik heb ooit Nike gekocht laag met gehele onderkant air en een dunne zool. Drie weken later das de zool versleten, ik kreeg netjes bij Intersport mijn geld terug.
Zo leuk om te lezen! Laatst nog the last dance bekeken (voor 2e keer) en daarna film op Prime “Air”. Aanradertje btw.
Moet zeggen: die Nike Air Pippen.. pareltjes:)
‘Air’ moet ik nog steeds kijken. Ben bang dat ie tegen gaat vallen ofzo?!
Een dure les die je ongetwijfeld toch veel heeft opgeleverd 😉
Alie.