in Books, Dagelijks

Franzen over romans schrijven

In de essaybundel ‘Verder Weg’ van Jonathan Franzen staat de lezing ‘Over autobiografische fictie’ waarin Franzen een aantal even interessante als opmerkelijke stellingen over schrijven deponeert.

“Ik vind namelijk dat het schrijven van een roman een persoonlijke strijd hoort te zijn, een indringende confrontatie met je eigen levensverhaal in al zijn aspecten.”

Johnathan Franzen

Alles wat iemand schrijft is per definitie autobiografisch. Alle hoofdpersonen, alle ideeën en gedachten, het ontstaat in het brein van de schrijver, het kan dus niet los staan van de schrijver. En wanneer de hoofdpersoon in Kafka’s ‘Gedaanteverwisseling’ dus als een kever door de kamer draaft, dan is zelfs ook dat autobiografisch. De kever (of wat het ook was) stond natuurlijk symbool voor zaken die speelden in het leven van Kafka.

Echter, verderop in het essay stelt Franzen de volgende paradox vast (Engels, want de vertaling die ik las vond ik niet scherp genoeg):

What is fiction, after all, if not a kind of purposeful dreaming? The writer works to create a dream that is vivid and has meaning, so that the reader can then vividly dream it and experience meaning. And work like Kafka’s, which seems to proceed directly from dream, is therefore an exceptionally pure form of autobiography. There is an important paradox here that I would like to stress: the greater the autobiographical content of a fiction writer’s work, the smaller its superficial resemblance to the writer’s actual life. The deeper the writer digs for meaning, the more the random particulars of the writer’s life become impediments to deliberate dreaming.

Johnathan Franzen

Dus schrijven is autobiografisch, maar dat wil niet zeggen dat dit makkelijk op te schrijven is of makkelijk betekenis te geven is.

Uiteindelijk heeft een schrijver maar één opdracht.

Een schrijver moet trouw zijn aan zichzelf.

Jonathan Franzen

Ik wil hier wat over zeggen!

Reactie