Zo af en toe wanneer ik even uit het raampje kijk van de trein die door het leven dendert, stop ik en denk ik: oh ja, het C-woord. Dat was me toch wat. En ik verbaas me dan weer over hoe we door denderen zonder er bij stil te staan.
Misschien omdat we niet meer stil willen staan? Want toen werd alles stil gezet. Iedereen moest wel stil staan. Het was de grote pauzeknop. Maar niemand heeft het er meer over.
Het ontwrichtte alles. Maar niemand heeft het er meer over.
We zagen hoe het dwars door families liep. Maar niemand heeft er meer over.
Het was de grootste ingrijpende gebeurtenis in ons dagelijkse leven sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar niemand heeft het er meer over.
En we hebben nu de eerste echte verkiezingen ‘sinds’. Maar het is geen thema. Want niemand heeft er meer over.
De Oekraïne-oorlog viel ongeveer samen met het einde van deze periode, waardoor we onze aandacht konden verleggen. En die aandacht is inmiddels weer naar een andere oorlog verlegd. Dus niemand heeft het er meer over.
Maar ik ben het nog niet vergeten. Mensen overleden. En we zagen hoe dingen ook anders konden zijn. In Venetië was het water weer helder. Smog in grote steden verdween. Vliegtuigen stonden aan de grond en toch draaide de wereld door. En wat was het effect nou echt van lockdowns, avondklokken of QR codes? En zijn we het met elkaar eens waarom het ‘verdween’? Wat gaan we de volgende keer anders doen? Komt er een volgende keer? Vragen zonder antwoord, want niemand heeft het er meer over.
Soms lijkt het allemaal een gore droom.
“Het” is nog niet weg.
Ook dat. Daarom ‘verdween’ tussen haakjes.