Er is een groot fotoboek van Anton Corbijn met de beste foto’s die hij van U2 maakte. Het boek heet U2 & I. Ik weet dat, want ik heb dat boek. Gesigneerd door de meester zelf.
Want de band waar ik als eerste fan van werd, dat is U2. En daar gaat deze blog over. En mijn liefde voor U2 kwam door een boek. Niet het boek van Corbijn, maar een ander boek. Maar daarvoor moeten we eerst even terug naar 1987.
1987
Ik heb hele vroege herinneringen aan de Where the Streets Have No Name videoclip. De broers van mijn moeder — mijn ooms dus — keken die op de TV bij mijn bebe en bes. Ik was nog veel te jong om het allemaal te begrijpen, maar ik weet wel dat zij het geweldig vonden. En de clip sprak natuurlijk tot de verbeelding. Een band die live ergens op een dak staan te spelen en een grote verkeersopstopping in LA veroorzaken, totdat de politie de boel afbreekt. Dit was echt.
Twee jaar geleden bezocht ik in downtown LA de plek waar de clip is opgenomen. Het is geen monument of museum. Het is een dodgy buurt (toen ook al) met fastfood joints en junks en niemand die weet dat hier ooit een van de beste clips ooit werd opgenomen. Alleen die lange fanboy uit Holland die daar foto’s liep te nemen; die wist het.
Midden 90s
Fast-forward naar midden jaren 90. U2 was nog steeds niet echt op mijn radar. Ik weet wel dat ik ooit een flard van Stay (Faraway, So Close!) had gezien (1993?), maar ik weet dat ik dat ook niet helemaal begreep. Had U2 nu een vrouwelijke zanger of niet?
Niet veel later moest ik voor Engels boeken lezen. Macbeth, Lord of the Flies, 1984, Animal Farm, de verplichte kost, u kent het wel. Maar je mocht (moest?) ook zelf wat kiezen. Ik vond dat lastig. Dus ik liep wat te dralen door het kleine schoolbibliotheekje van het Emelwerda college en ik weet nog het moment dat ik dit boek uit de kast trok. Herkenning!
U2? Dat was toch die band waar mijn ooms van hielden? De cover zag er gaaf uit (foto van Anton Corbijn, natuurlijk). Dit leek me wel wat. De keuze was gemaakt.
Dit boek werd vervolgens een deel van mijn leven, voor de maximale periode dat het kon en ik het boek weer terug moest brengen bij de schoolbibliotheek. Maar toen zat die band al in mijn hart. Ik wist alles van ze. Ik had het boek verslonden. Maar — en dit is het gekke — ik had bijna nog geen muziek van ze gehoord. Er was geen YouTube, Spotify of op een andere manier makkelijke toegang tot albums of muziek behalve radio of MTV.
Dus het allereerste wat ik deed nadat ik het boek uit had, was naar Muziekhuis Kapitein fietsen en daar kocht ik het cassettebandje van The Joshua Tree. Het boek ging namelijk tot en met dit album. The Joshua Tree was de climax. Deze cassette ging direct in mijn blauwe Sony Walkman die ik mee had genomen. En ik weet nog exact waar ik was toen ik terug fietste naar huis en de eerste tonen van de openingstrack Where the Streets Have No Name hoorde (tussen de Schuilplaats en de oude huishoudschool). Ik ga dat nooit vergeten.
Ik was verkocht. Het bandje draaide ik grijs en alle andere albums volgden gauw. En er was veel te ontdekken en veel meer te lezen. Ik was U2 fan.
En dat kwam dus allemaal door dat boek. Door dat boek had ik het gevoel dat ik alles al wist van die band.
Het boek
U2 was één van de grootste bands van de jaren 80. Er waren dus veel boeken. En dit boek — zo stel ik nu vast — was niet eens een heel bekend boek. Want toen ik me laatst bedacht dat ik dit boek wel weer zou willen hebben, moest ik dus ook echt nog goed zoeken. Ik wist namelijk niet meer wie de schrijver was, maar ik wist wel hoe die cover er uit zag. De foto van Corbijn!
Afgelopen week kwam er een bruine envelop uit Zweden binnen. Ik had het boek gevonden, tweedehands. En het was bijzonder om dit boek na al die jaren weer in mijn handen te hebben.
En mogelijk ga ik het weer herlezen. Maar voordat ik dat doe wil ik eerst vastleggen wat ik er nog van weet.
De dingen die me bijstaan:
- Het boek gaat maar tot The Joshua Tree, U2 moest zichzelf opnieuw uitvinden en haar allerbeste werk nog maken.
- Het boek leunt heel veel op Hot Press — het Ierse muziekmagazine, je kunt je niet voorstellen hoe belangrijk en invloedrijk dat blad was.
- Ik weet dat Feedback en The Hype de eerste namen waren van de band.
- Mount Temple en Trinity College waren belangrijkste ankers.
- The Edge heeft een broer die in het begin ook heel even meedeed en later met The Virgin Prunes.
- The Virgin Prunes — de post-punk band van Guggi en Gavin Friday (vrienden van Bono) — krijgen veel aandacht in het boek.
- Het boek behandelt zeer gedetailleerd de jeugd (zoals het verlies van Bono’s moeder) en de eerste 10 jaar van de band (meer was er immers nog niet op dat moment). Maar het las alsof ze al 50 jaar leven in die 10 jaar hadden gestopt.
- Er is simpelweg meer ruimte in een bio van 10 jaar dan eentje van 50 jaar.
- Maar voor een tiener voelde die 10 jaar sowieso al als een mensenleven. Nu denk ik daar anders over.
- Toen alles begon voor de mannen waren ze mijn leeftijd (~15 jaar).
- Alles leek te passen en te kloppen voor U2 en het was een kaarsrechte lijn naar de top. Het boek las als een blauwdruk voor succes.
En door dat laatste heeft het boek me ook wel een beetje verpest. Door dit boek was ik stevig van mening dat U2 de perfecte bezetting van een band belichaamde: zang, gitaar, drums en bas. Niet twee gitaren of een zanger die ook gitaar speelt, ook geen trios of vijftallen. Nee, een goeie band hoort er als U2 uit te zien. En het liefst moet je elkaar al kennen als je 15 bent. Zo moet het en niet anders. Dus toen ik zelf met bandjes begon te pielen was dat problematisch. Vooral het idee dat als je 18 bent en nog geen band hebt, dat je dan achter loopt.
Maar U2 is natuurlijk volledig uniek — vier jongens die op hun 15e bij elkaar komen en nooit meer uit elkaar gaan en enorme successen boeken — dat is ongekend. Zelfs The Beatles en Stones kunnen dat niet zeggen. Dat weet ik nu.
Lezen is leren houden van
Wat me vooral is bijgebleven na al die jaren — en waarom ik nu dit artikel schrijf — is de kracht van het geschreven woord. Eamon Dunphy schreef een boek over 4 Ierse jongens op zo’n manier dat ik het gevoel had dat ik die jongens kon. Ik wist alles van ze en ik hield van ze. Natuurlijk trof dit boek me ook op een gevoelige leeftijd. Maar de les is dat je dus van muziek kan houden zonder het te kennen. Terwijl het veel vaker andersom is, je houdt van de muziek van een band en gaat daarom een biografie lezen. In mijn geval was het dus andersom. Ik hield van de band en daarna pas van de muziek en dat kwam door dit boek.
Er zijn nu een paar 100 nummers die ik zou kunnen delen. Maar ik kom toch weer terug op 11 O’Clock Tick Tock. Omdat er zo heel veel in zit, wat deze band toen al was en nog ging worden. Het nummer is opgenomen in 1980, nog voordat U2 hun eerste album uit had gebracht. En het werd geproduceerd door Martin Hannett, wat weer een directe link is met mijn volgende liefde.
De volgende opname komt uit 1983 van het befaamde Red Rocks optreden en het is alsof je naar een natuurkracht op het podium zit te kijken. Ik schreef er al eens eerder over: I will never not like this performance.
@blog Goed verhaal. Ik houd van mensen die een passie voor muziek hebben. En voor een groep. U2 hoort niet bij mijn favorieten (al vind ik Achtung Baby echt heel goed), maar dat doet er niet toe.