Vandaag was het thema — op de één of andere manier — boeken.
Bij het ontbijt spraken we eerst met een paar Vlamingen waarvan er één goed bekend was met Urkers. Want hij werkt ook in de baggersector. Ergens in LA aan het ontbijt met een Belg die vertelt over de Urkers die hij kent. Ik vind het heel logisch allemaal.
Ons hotel ligt op steenworp afstand van het beroemde Dodgers honkbalstadion. Dus er konden niet om een bezoekje heen. Maar aangezien er geen wedstrijd was — en er nog een training gaande was — was er behalve de fanshop niet veel te zien (geen fotos van het veld!). Honkbal is een welhaast sacrale aangelegenheid voor veel Amerikanen. Dit was te merken aan hoe ze het stadion benaderen, met een soort ontzag dat ik zelf alleen ken van mensen die een kerk binnenlopen. Door de prijzen in fanshop weet ik nu trouwens hoe het de Dodgers lukt om hun sterspeler Mookie Betts een contract van 365 miljoen dollar te betalen (dit is het grootste sportcontract ooit, tot nu toe.).
Daarna naar downtown LA. Hoewel LA niet echt een downtown heeft, vervult het financiële centrum min of meer die functie. Ook de LA public library is daar te vinden. Ik hou van bibliotheken, je kan er veel over een stad leren. In LA hebben ze mooie plafonds en muurtekeningen en met 2,8 miljoen boeken is het geen kleintje. Je vindt er veel oudere boeken en veel dezelfde exemplaren van boeken. Maar ook boeken die misschien al tientallen jaren niet uitgeleend zijn. Ze hebben er een plek. En, er liepen mensen, het leefde.
Daarna door naar The Last Bookstore. Hier kan ik wel wonen. Schitterende winkel wiens naam zowel een doel als aanklacht is. Wat wel desoriënterend was is dat de gebruikte boeken tussen nieuwe boeken staan. Maar verder een heerlijke sfeer in deze zaak, die overigens ook LPs verkoopt. Het is me gelukt maar 2 boeken te kopen hier (het moet ook allemaal weer mee terug!). En, het was er superdruk, goed om te zien.
Wanneer je vanaf de bieb naar The Last Bookstore loopt, loop je van het financiële, nette gedeelte naar het slonzige gedeelte. Loop je dan nog verder naar iets wat Toy District heet (hier konden we niet NIET heen natuurlijk) dan kom je in een spaanssprekend gedeelte wat nog het meest lijkt op de zwarte markt. Alles wat in China aan rommel gemaakt wordt dat gaat rechtstreeks naar één van de (volgens wikipedia) 500 (!) winkeltjes. De vele geuren en geluiden en algehele plakkerigheid maken dat dit gedeelte niet echt in de toeristenboekjes genoemd wordt. Het is niet echt fraai. In de zijstraten is veel vuil, zwervers in kapotte tentjes en drugsverslaafden. Dit allemaal dus op enkele meters van het financiële district. Toen de zoveelste politiechopper over vloog sprak iemand me aan, die net als ik ook buiten een van de winkeltjes stond te wachten ( “thats not good uh papi? “). Hij bleek met zn vrouw en baby uit Me-chi-ko te komen (Cancun nog wel liefst). Hij vond het maar een onveilige bende hier in deze buurt en ze vervolgden hun weg — “stay safe with your family ” zei hij nog — mij achterlatend om mijn wereldbeeld te herkalibreren.
Wat downtown LA ook niet echt aantrekkelijk maakt zijn de vele huurscooters/steps. Die dingen liggen werkelijk overal (en je ziet er zelden iemand op rijden). Hoe dit kan is een raadsel, ik vermoed dat het LA stadsbestuur in wanhopige pogingen het autoverkeer wat terug te dringen hier toestemming voor heeft verleend. Maar tip voor het stadsbestuur: dit is niet de oplossing. Het lijkt nergens op en bijna niemand gebruikt ze.
In downtown LA, op de hoek van Main en 7th staat een gebouwtje. Schaverottig en met drie drugsverslaafden op de hoek ( “hey man, can I get 20 dollars “) maar ik wou hier toch even graag kijken. Op het DAK van dit gebouwtje is een namelijk een bekende clip opgenomen. Er zijn geen plaquettes of bordjes of überhaupt iemand die dit weet (behalve die gekke Hollander die om onverklaarbare reden fotos zat te nemen van dat gebouwtje). Maar ik denk dat iedereen de clip wél kent. Ik vond het leuk om dit eens in het echt te zien. Het is één van de eerste clips die ik me als kind kan herinneren.
De clip is inmiddels 35 jaar oud. Als ik die clip nu bekijk dan is best veel verandert in LA en niet ten goede.
Het schaverottigere deel verruilden we daarna voor een van de sjiekste/leukste winkel/farmer markets van LA: The Grove. Aanrader om eens te kijken. Een gezellige farmersmarket/foodcourt met heel veel verschillende soorten eten en waar een trammetje doorheen loopt die je langs een enorme Apple Store voert. Hier hebben we oa gegeten bij Veggie Grill (een vegan restaurant, aanrader). Ook is er een Barnes & Nobles (hey weer een boekenwinkel) waar ik natuurlijk ook even moest kijken (een boekenwinkel met 4 verdiepingen en roltrappen, waar vind je dat nog), en mezelf kon bedwingen (wel heb ik een boek van een Nederlandse schrijver een wat prominenter plekje op de plank van de Business boeken gegeven). Omdat onze dochter wél een paar boeken kocht, raakte ik aan de praat met de cassiere. Ik vroeg naar haar accent: South-African. “Ah dan kan ik Afrikaans met jou praten” zei ze verrast toen ze hoorde dat ik geen Amerikaan was, maar Nederlander.
Op min of meer loopafstand (maar wij pakten de auto, want ik had wel genoeg gelopen) staat vlak voor het LA County museum het kunstwerk Urban Light. Een gouden greep van het museum. Ik weet niet wat het voor moet stellen of wat het idee is maar het krioelde er van de mensen die er allemaal selfies aan het nemen waren. Veel meer is het ook niet. Als het doel van kunst is om mensen bij elkaar te brengen, dan is dit werk daar dubbel en dwars in geslaagd. Als het doel is een diepere laag bloot te leggen of om de wereld op een andere manier te bekijken, dan weet ik even niet hoe dit werk dat doet. Maar ook deze kunnen we afvinken. Tip voor steden, maak iets dat opmerkelijk en uniek is, en groot genoeg waar je doorheen kan lopen, dan komen de selfies (en mensen) vanzelf (en nee, I AMsterdam is dat niet).
De jetlag begint af te zakken. Daarom type ik deze blog nu al ‘s avonds (onze tijd). Tot morgen.
Echt heel leuk om te lezen! Jullie ook een goede zondag!