In het Engels bestaat de term sunk cost fallacy. De Nederlandse vertaling bekt iets minder lekker, maar het is een belangrijke term om iets te kunnen duiden dat veel vaker voorkomt dan we misschien beseffen.
Deze term beschrijft namelijk de eigenschap van mensen om met iets door te gaan — lang nadat het nog zinvol is — omdat er nou eenmaal al veel tijd en middelen in zijn geïnvesteerd: kosten die je niet meer terug gaat krijgen. Kosten waar je een gevoel of waarde aan hebt gehangen.
Je hebt al zoveel kosten gemaakt, je kan of wil er simpelweg niet meer mee stoppen. De reeds geïnvesteerde tijd en middelen maken je blind om nog objectief te kunnen bepalen of het verstandig is om door te gaan. En je maakt jezelf wijs: ik kan nu niet stoppen, ik heb al zoveel geïnvesteerd! Dus je gaat door.
Maar als je langer doorgaat, worden de kosten alleen maar groter, en de keuze om te stoppen nog moeilijker. Je zit gevangen in een vicieuze cirkel.
In andere termen is sunk cost fallacy een ‘escalatie van verplichtingen’.
We zien voorbeelden van dit principe op macroschaal: neem de oorlog in Afghanistan. Maar het gebeurt ook op persoonlijke schaal: bijvoorbeeld relaties die niet werken. Of bijvoorbeeld als je al 30 minuten een saaie film zit te kijken — die je beter uit kan zetten — maar je hebt het gevoel: ik ben nu al zo ver, ik kijk em nu af! Of een boek, dat niet echt wat is: maar je blijft lezen, want het was een duur boek en je bent al bijna op de helft.
Maar het vaakst zien we het waarschijnlijk in werkomgevingen: projecten die niet werken maar projectleiders die niet willen inzien dat het project niet gaat slagen.
De sunk cost fallacy heeft dus alles te maken met emoties die rationele argumenten wegduwen. De truc is dus om de emotie te kunnen negeren.
Wanneer je moeite hebt met kiezen om te stoppen met iets, vraag jezelf dan af: wat is de echte reden dat ik niet wil stoppen?
Webmentions
[…] werd omgeroepen dat er een storing was…. de keuze is dan: blijf je staan of ga je er uit. Het sunk-cost-fallacy in full-effect, dat wist ik. Dus we spraken van te voren een tijd af — hoe lang we nog wilden […]